zaterdag 3 december 2011

The Boy Who Was a King

Simeon met Jaap de Hoop Scheffer (dit shot komt niet uit de film).
Simeon Saxe-Coburg-Gotha was als jochie de laatste Tsar van Bulgarije, tijdens de tweede wereldoorlog. Na ruim vijftig jaar ballingschap kwam hij in 2001 terug als premier. Hij werd binnengehaald als verlosser, maar na vier jaar door de teleurgestelde kiezers weer uitgespuugd. De film toont beelden uit alle perioden van zijn leven: het jonge prinsje op het gigantische kasteel, de playboy in Madrid, de ontroerde oude man die zijn land terugziet. In de voice-over zegt Simeon melancholisch en gelaten dat iedereen een speelbal is van de geschiedenis. Tussendoor vertellen gewone Bulgaren wat ze van hem vinden. Een vrouw die een ingewikkeld pak voor hem naaide met een heleboel zakjes, leest de bedankbrief voor. Een man laat zijn rug zien, waar het gezicht van Simeon op getatoeëerd staat.

Ik zag de film bij Idfa, het documentairefestival van Amsterdam. De naam van de regisseur is Andrey Paounov.

dinsdag 1 november 2011

Heimat - Fernweh

Heimat is me al honderd keer aangeraden en geldt zo'n beetje als de meest beroemde Duitse serie van de laatste vijftig jaar. De serie volgt het wel en wee van een dorp in Hunsrück, een Duitse streek bij Luxemburg. De eerste aflevering (Fernweh) gaat over de jaren 1919-1928.

Paul in het midden, met links zijn radio. Eduard met touw van fototoestel.
Techniek is een belangrijk thema. De dromerige Paul komt terug uit de loopgraven en vat een obsessie op voor radio's. Zijn broer Eduard heeft de fotografie ontdekt. Hun moeder interpreteert de ontdekking van de bacil op geheel eigen wijze, de burgemeester rijdt nieuwerwets in een auto en op een dag landt in een weiland een vliegtuig.

Daarnaast veel aandacht voor het dagelijks leven: verliefdheden, roddels en pesterijen, een gezamenlijke picknick (zie foto). Mondjesmaat duiken maatschappelijke thema's op: antisemitisme, seksisme, de wrok over Versaille.

Ik moest wennen aan de stijl van de film. De beelden zijn nu eens in kleur, dan weer zwart-wit, wat me aanvankelijk als een zinloos en hinderlijk experiment voorkwam. Later vatte ik het op als een leuke afwisseling tussen "gewoon" realisme (kleur) en historisch realisme (zwart-wit). Ik moest ook wennen aan de losse structuur, zonder strakke verhaallijnen, soms met fragmentarische dialogen. Uiteindelijk voelde Fernweh als een poëtisch en uitgebalanceerd geheel.

De titel slaat overigens op Paul, die thuis niet meer echt aardt na zijn deelname aan WOI: de verte blijft aan hem trekken.

zondag 23 oktober 2011

Riot Acts

Indie/folk-duo Coyote Grace
De man op de foto is een transman: hij werd geboren als vrouw. Zijn naam is Joe Stevens en samen met Ingrid Elizabeth vormt hij het indie/folk-bandje Coyote Grace.

Coyote Grace is een van de bands in de muziekdocumentaire Riot Acts: over zangers en zangeressen die "om" gingen. Deze mensen hadden een extra obstakel bij het nemen van de beslissing: hoe zou hun stem worden?

Joe vertelt dat hij al zijn liedjes moest omschrijven naar een lagere toonsoort. De dames van Lipstick Conspiracy leven nuchter maar ook een beetje verdrietig met hun vrouwelijke uiterlijk en hun helaas gelijk gebleven baritonstemmen.

Ik zag de film tijdens het Midzomergrachtfestival te Utrecht.

Regretters

Michael (links) en Orlando (rechts)


Mannen die vrouw worden en vrouwen die man worden: meestal zijn ze blij met hun nieuwe leven. Zo niet Orlando en Michael, als man geboren, getransformeerd tot vrouw, maar later weer bekeerd tot het manzijn.





Deze film oordeelt niet, maar geeft Orlando en Michael de gelegenheid om hun verhaal zó te vertellen dat de kijker met hen meeleeft. We horen over hun jeugd, over relaties, over de taktieken om vrouwelijk over te komen. Het zijn twee hartverscheurende verhalen en het is vooral de charmante levenswijsheid van Orlando die het allemaal draaglijk maakt.

Ik zag de film tijdens Transcreen: het transgenderfilmfestival van Amsterdam.

Game of Thrones season 1

Jon kijkt gelaten toe hoe Bran mist.


Als het tweede seizoen morgen zou beginnen: ik zou er € 100 voor overhebben. Een indrukwekkend epos over politieke en persoonlijke krachtenvelden. Er vloeit veel bloed, maar de kracht van het verhaal overheerst toch de sensatie.

Tomboy

Laure gaat een zomer lang voor Mikael door.


Oh: prachtig, prachtig, prachtig. De acteurs zijn niet van echte mensen te onderscheiden en het verhaal wordt geconcentreerd en subtiel verteld. Dit alles in beelden die op een onnadrukkelijke manier toch erg mooi zijn. Het einde trof mij en mijn medekijkers als een mokerslag.

Gezien in The Movies te Amsterdam.

Melancholia

De eerste vijf minuten waren veelbelovend: vreemde, stille, trage, maar toch sprekende verbeeldingen van wanhoop. Daarna: kijkertje pesten. Enerzijds een paar naturelle scenes met sociaal ongemak, die tonen dat Lars von Trier een uitstekende filmmaker zou zijn, als hij zou willen. 
 
Kirsten Dunst komt niet vooruit tijdens de bloedstollende opening van Melancholia.
Anderzijds lukrake momenten van wreedheid en autisme, die misschien het levensgevoel van de regisseur in zich dragen, maar die in mijn ogen diepte missen, omdat ze niet zijn ingebed in het verhaal, omdat er niet subtiel op gevarieerd wordt, omdat er geen ambigue reeks aan interpretatiemogelijkheden wordt aangeboden.

Gezien in Kriterion te Amsterdam.

True Blood season 4

Een onschuldige versie van Eric Northman
De eerste afleveringen waren me te vol: te veel verhaallijnen, rommelig, te weinig uitdieping. Dat trok later bij.

Grote attractie van dit seizoen: een onschuldige versie van Eric, die zijn geheugen verliest en zich schattig aanhankelijk aan Sookie bindt. 

zaterdag 5 februari 2011

Red Riding: 1983

In het derde deel van Red Riding is het kwaad minder almachtig. De good guy, een advocaat genaamd John Piggott, overleeft de film niet alleen zelf, maar slaagt er bovendien in om een ontvoerd meisje levend terug te vinden. Een van de bad guys ontwikkelt een geweten en kiest partij tegen zijn kwalijke handlangers.

Toch is het opnieuw een harde film die je niet zonder gekreun kunt aanzien. De zwakbegaafde Michael, onterecht veroordeeld in deel 1, krijgt bezoek van zijn oude ondervragers. De herinnering aan hun methoden is dermate ontwrichtend dat Michael van angst zijn urine laat lopen. Dit ontlokt een van de rechercheurs een half geamuseerd, half minachtend lachje – waarmee hij de onverschilligheid van het kwaad illustreert.

Michael krijgt bezoek van zijn oude ondervragers.
Opnieuw dalen we af in de martelkelder van de Yorkshire politie: we vermoeden het al als we drie recheurcheurs door de gang aan zien komen lopen, de stropdassen in de hemden gestoken, zodat er geen bloed op zal spatten. Het slachtoffer heet Leonard en heeft niets van doen met de moorden die hem aangewreven worden. De reactie van Leonard past bij de sfeer van dit derde deel, waarin het goede iets minder machteloos is. Leonard wordt niet zonder meer gebroken door zijn ondervragers, maar schreeuwt van zich af en weigert te bekennen. Dat hij dit met de dood bekoopt lijkt bijna een daad van genade.

Een andere ondervraagde, reverend Laws, is nog beter bestand tegen de methoden van de rechercheurs. Dat ondermijnt hun rol van rücksichtlose machthebbers. De hoopgevendheid hiervan is op zijn minst ambigu, want juist reverend Laws ontpopt zich tot kwade genius.

Alles overziend: is dit deel een geslaagde reflectie op goed en kwaad met zijn vele schaduwen en machinaties? Ik twijfel. Deel drie mist de kracht van deel 1, maar is sterker dan deel 2. De martelscenes verleiden de kijker tot zwartwitdenken. De overwinning van het goede komt als een intens verlangde bevrijding, maar heeft ook iets leegs.

En toch is het een goede film. Iets eraan voelt als een rijke verbeelding van het leven. Misschien is het de vakkundigheid van de dialogen of het trefzekere spel van de acteurs. Of zou het uiteindelijk allemaal komen door de grandioze cameravoering, die doodgewone nieuwbouwwijken transformeert tot serene, angstaanjagende en bloedmooie decors?

Over de visuele kwaliteiten van de trilogie las ik hier iets wat ik nauwelijks begreep, maar wat toch erg juist leek:

‘Visually, 1983 is defined by its hardware.  Where 1974 had the washed out colours of the 16mm film it was shot on and 1980’s cluttered and claustrophobic panoramas were made possible by 35mm film’s incredible depth of field, 1983 was shot using a high definition Red One digital camera allowing not only detailed close-ups but also incredible lighting effects with colourful shadows pressing down on the pools of light cast by lamps and windows creating a world where light and dark are seen to be almost battling for screen time.’

Tony Grisoni schreef de scenario’s van de Red Ridingfilms. De regie van “1983” was in handen van Anand Tucker. De film werd op 19 maart 2009 uitgezonden door Channel 4. Ik zag hem thuis op 29 januari 2011.

zondag 23 januari 2011

Red riding 2: 1980

Na de overweldigende impact van Red Riding 1 leek dit tweede deel van de trilogie een beetje flets. Dat was in zekere zin maar goed ook, want op nieuwe martelscenes zat ik niet te wachten. De hoofdrolspeler van "1980" sterft tenminste clean en pijnloos aan een goed gemikt pistoolschot in zijn voorhoofd.

Peter Hunter heeft terecht geen goed gevoel over de zaak.
Het plot was (nog) ondoorzichtiger dan dat van "1974".  Niettemin, ondanks de verwarring en het puzzelwerk: toch een goed verteld verhaal met subtiel acteerwerk. Het gaat opnieuw over de corruptie in het politiecorps van Yorkshire. Rechercheur Hunter leidt een intern onderzoek en graaft steeds dieper totdat hij stuit op de onverkwikkelijkheden uit 1974 rond Eddie. Ook het tijdsbeeld is weer doordringend aanwezig, in de vorm van een kille en naargeestige 1980-sfeer.


"Red Riding 2: 1980" werd geregisseerd door James Marsh. Channel 4 zond de film uit op 12 maart 2009. Ik zag hem thuis op de bank, op 22 januari 2011.

zaterdag 15 januari 2011

Red riding: 1974

Deze film liet mij rauw en omver gekegeld achter. Maar wat is hij goed. Eddie is een jonge, ambitieuze misdaadjournalist. De kijker (althans deze kijker) is op zijn hand als hij worstelt met cynische hoofdredacteuren en zwijgzame politiechefs. Ondertussen heeft hij hier en daar een flirt met vrouwen die wel of niet met zijn journalistenwerk te maken hebben. Dit eerste segment van de film voelt aanvankelijk rauw en realistisch genoeg, maar in retrospectief lijkt het onschuldig op het onwerkelijke af. Toch hadden we het kunnen weten: de film opent immers met een flashforwardbeeld van Eddie’s bloedende gezicht terwijl hij desperado tegen een auto leunt, pistool in de hand. 

Eddie als bebloede desperado
De omslag begint als Eddie door twee politieagenten te grazen wordt genomen in een parkeergarage. Ze slaan de autodeur dicht met zijn hand ertussen. Maar dat is nog niets bij de gruwelijkheid die we later te verstouwen krijgen, wanneer een naakte Eddie met een zak over zijn hoofd door vergelijkbare politieagenten volledig wordt afgebroken. Misschien is dit realistisch: het schijnt dat Engeland in 1974 zo bang was voor de IRA dat het politiekorps de vrije hand werd verleend. Ik zeg dit omdat ik vanaf een bepaalde graad aan gruwelijkheid behoefte heb aan legitimatie: ik word liever niet op puur fictionele gronden gechoqueerd. Maar belangrijker nog: blijft de film in balans of doet de akeligheid hem kapseizen in de richting van sensationalisme? Mijn antwoord is aarzelend positief. Ik walgde na afloop, maar geloofde de film nog steeds. En misschien zit er ook poetic justice in. Eddie wordt weliswaar kapotgemaakt, maar hij slaat eerst terug (met het pistool uit de flashforward) en neemt vervolgens zijn congé middels suicide by cop. Dit alles in onnadrukkelijk mooie beelden, met een effectieve en goed ingepaste soundtrack, terwijl de acteurs geweldig naturel en subtiel spelen en de dialoogschrijver zeer in vorm was.

Red Riding 1974 (eigenlijk: "Red Riding in the Year of our Lord 1974") werd in 2009 door Channel 4 uitgezonden en kwam in 2010 uit in Amerikaanse bioscopen. Tony Grisoni schreef het scenario en Julian Jarrold deed de regie. De film is het eerste deel van de Red Riding Trilogy en gebaseerd op de boeken van David Peace. Ik zag hem op 14 januari 2011, thuis op de bank.